Conference on the Recognition & Value of Youth Work

Van 4 tot 7 december 2023 trok een kleine delegatie uit Vlaanderen naar Zagreb: Lisa Franken (Jeugdwerkondersteuner bij De Ambrassade), Geert Boutsen (Docent en onderzoeker Sociaal-cultureel Werk bij UCLL), Peter Roosens (Jeugdwerker en Pedagogisch medewerker bij LEJO) en Rilke Mahieu (Kennismanager bij JINT).  

Op de agenda: een tweedaagse conferentie vol uitwisseling, reflectie, connectie en debat rond de thema’s erkenning en waardering van jeugdwerk, met een 70-tal deelnemers uit heel Europa en daarbuiten. 

Erkenning voor jeugdwerk is niet meer voortdurend moeten uitleggen wat jeugdwerk is.

Lisa, Geert, Peter en Rilke

Erkenning x 4

Maar wordt eigenlijk bedoeld met ‘erkenning’? Tijdens de conferentie nemen we de tijd om de verschillende dimensies te ontrafelen. Zo leren we dat er een onderscheid gemaakt kan worden tussen 4 dimensies, en verkennen we per dimensie hoe erkenning versterkt kan worden. 

= je eigen werk als jeugdwerker en dat van je collega-jeugdwerkers waarderen, het als een domein beschouwen, en bewustzijn hebben van de impact van (jouw) jeugdwerkpraktijk.

Voorbeeld: Lisa: “De kampvuurkaartjes van De Ambrassade zijn de ideale tool hiervoor. Die maken jongeren (en jeugdwerkers) bewust van de meerwaarde van jeugdwerk, en hen de taal in handen te geven om die meerwaarde ook uit te dragen naar anderen toe.”

= andere professionals en groepen in de samenleving erkennen en waarderen jeugdwerk als een professioneel domein, dat een bijdrage levert aan de samenleving. Denk maar aan ouders, het onderwijs, geestelijke gezondheidszorg … 

Voorbeeld: In Luxemburg wordt een tweejaarlijkse “Youth Price” uitgereikt. Via een wedstrijd wordt jeugdwerk in de kijker gezet door de National Youth Service. Het doel is jeugdwerk in het algemeen meer te waarderen en projecten zichtbaarder te maken. Op een ceremonie wordt een geldprijs van €1500 uitgereikt door een jury van jongeren. De wedstrijd wordt omkader door een campagne door social media influencers. 

= jongeren en jeugdwerk worden actief betrokken in beleidsontwikkeling en er is passende politieke, wettelijke en financiële omkadering voor jeugdwerk. 

Voorbeeld: In Noord-Macedonië heeft jeugdwerk de laatste jaren een sterkere positie in beleid. Het maakt nu volwaardig deel uit van de Nationale Jeugdstrategie. Die verankering in het wettelijke kader heeft op haar beurt allerlei andere zaken in beweging gezet, zoals jeugdcentra openen en een masteropleiding voor jeugdwerkers inrichten. 

= gaat om de ‘validering’ van leeruitkomsten en certificering van leerprocessen. Ook het inrichten van onderwijs en erkende opleidingen van jeugdwerkers vallen hieronder. 

Voorbeeld: In Noorwegen, waar momenteel (net als in Vlaanderen) geen formele opleiding tot jeugdwerker bestaat, kan iedereen als professioneel jeugdwerker aan de slag. Die diversiteit aan kennis en competenties bij startersprofielen wordt daar niet alleen als een verrijking ervaren, maar ook meer en meer als een gemis. Om een sterkere gedeelde basis te hebben, is een hogeschool daar nu een Bacheloropleiding in het jeugdwerk aan het opzetten. Ze hopen ook een boost te geven aan de erkenning van jeugdwerk als beroep

Erkenning op de Europese Agenda

De thematische focus van deze conferentie komt niet uit de lucht vallen. Ze sluit naadloos aan bij een aantal Europese ontwikkelingen. Zo vormt de Europese Jeugdwerkagenda, afgetrapt op de 3de Europese Jeugdwerkconventie in Bonn, sinds 2020 een impuls voor jeugdwerkontwikkeling, met ‘erkenning’ als 1 van haar 8 speerpunten. JINT maakt ook sindsdien deel uit van een Europees Strategisch Partnerschap tussen Nationale Agentschappen, die samen onder meer deze conferentie in Zagreb op poten zetten. 

Bovendien staan we aan de vooravond van het Belgisch EU-Voorzitterschap voor Jeugd in 2024, dat eveneens erkenning en waardering van (lokaal) jeugdwerk stevig op de kaart wil zetten. En op de iets langere termijn ligt de 4de Jeugdwerkconventie al aan de horizon, die in 2025 in Malta plaatsvindt.  

En dan is er nog het langlopende initiatief van het Partnerschap tussen de EU en de Raad van Europa genaamd Visible Value – Recognition in Youth Work: een platform voor verhalen, bronnen en beleidsontwikkelingen. 

Maar ondanks deze ontwikkelingen is er in heel wat landen in Europa nog veel werk aan de winkel op het vlak van erkenning en waardering van jeugdwerk. Vaak is er geen enkele vorm van politieke en formele erkenning voor jeugdwerk, waardoor jeugdwerkers en hun organisaties in een precaire situatie zitten. Geen wonder dus dat het vaak als prioriteit naar voren geschoven wordt. In een aantal andere landen zien we dan weer dat er de laatste jaren stevige stappen vooruit gezet werden, mede onder impuls van die Europese ontwikkelingen. 

En Vlaanderen?

In vergelijking met heel wat landen is de situatie in Vlaanderen specifiek: zo hebben we met het Vlaamse Jeugddecreet een mechanisme dat erkenning en financiering voorziet. Ook lokaal zijn er gelijkaardige systemen.  

“Maar dat betekent niet dat we op de lauweren mogen rusten”, werd tijdens de conferentie meer dan duidelijk voor Lisa (De Ambrassade). “Die wettelijke verankering van jeugdwerk is slechts 1 aspect van erkenning. Die kent een wisselwerking met verschillende andere dimensies waar je op moet blijven inzetten.” 

“In Vlaanderen zien we zeker werk aan de winkel rond sociale erkenning” beamen Geert en Lisa. Al te vaak wordt jeugdwerk in de publieke opinie gelijkgesteld aan ‘gewoon wat spelen’, zonder erkenning van de maatschappelijke en pedagogische rol van jeugdwerk. 

Al te vaak wordt jeugdwerk in de publieke opinie gelijkgesteld aan ‘gewoon wat spelen’, zonder erkenning van de maatschappelijke en pedagogische rol van jeugdwerk.
Geert en Lisa

“Maar ook op het vlak van formele erkenning kan Vlaanderen stappen vooruitzetten: zo hebben we geen beroepsstandaard voor professionele jeugdwerkers en geen eigen jeugdwerkopleiding in hoger onderwijs.” Dat gebrek aan erkenning in formeel onderwijs leidt er op haar beurt toe dat ‘jeugdwerk’ geen volwaardig onderzoeksdomein is. “Daardoor belandt jeugdwerk slechts met mondjesmaat op de agenda van praktijkgericht en academisch onderzoek. En dat gebrek aan theoretische onderbouwopbouw is dan weer nefast voor de bredere waardering van de impact van jeugdwerk,” stelt Geert. 

Duidelijk dus hoe de dimensies van erkenning samenhangen en elkaar versterken. Er is werk op meerdere fronten tegelijk nodig. 

“Een meer strategische aanpak, waarbij we die verschillende dimensies systematisch bekijken in onze acties: daar moeten we meer op inzetten in Vlaanderen,” bedenkt Lisa. 

Erkenning: grote vragen

De conferentie is niet alleen een plek om inspirerende praktijken te delen, maar vooral een omgeving waarin we samen reflecteren over erkenningsprocessen. 

Eerst en vooral: waarmee begin je? Een kernwoord dat op de conferentie op ieders lippen ligt, is visibility (zichtbaarheid). Méér zichtbaarheid creëren is vaak de eerste stap: tonen wat je doet als jeugdwerker. En van de 4 dimensies lijkt zelf-erkenning telkens weer een noodzakelijke voorwaarde om te komen tot de andere vormen van erkenning.  

Peter: “Zelf-erkenning hangt nog vaak vast aan de sociale en politieke erkenning. Maar voor mij als jeugdwerker speelt de erkenning door jongeren hierin ook een grote rol. Het is immers voor hen dat we onze job (graag) doen. Zij zijn de volwassen van de toekomst en als jeugdwerk dragen we zo bij tot het ondersteunen van geëngageerd en kritisch burgerschap. Gewaardeerd worden door onze jongeren is daarom een wezenlijk deel van zelf-erkenning. De formele en academische erkenning kan ons als jeugdwerker verder ondersteunen om aan te tonen hoe en welke wezenlijke impact we hebben.” 

Een andere vraag die regelmatig terugkomt: wie is verantwoordelijk voor erkenning? Terwijl de ‘ultieme’ vorm van erkenning vaak de beleidsmatige verankering is – met de nodige financiële ondersteuning - is er consensus dat het verder een gedeelde taak is. Ongeacht welke rol je in de ‘youth work community of practice’ hebt: jongere, vrijwillig of betaalde jeugdwerker, trainer, ondersteuner, beleidsmaker, ouder … Iedereen kan een steentje bijdragen. Erkenning kan immers tal van vormen aannemen. Denk maar aan: 

  • een schouderklopje geven aan je collega-jeugdwerker  
  • als vrijwilliger trots een verhaal delen over je engagement 
  • als ouder je waardering uitspreken voor de jeugdwerking van je kinderen 
  • als organisatie systematisch de impact van je werk in kaart brengen 
  • als vormingsaanbieder een gecertificeerde vorming voor jeugdwerkers inrichten 
  • … 

Nog een grote vraag: wanneer heb je (voldoende) erkenning bereikt? Zoals de rapporteur van de conferentie meegeeft: “Het werk is pas gedaan als we aan niemand meer moeten uitleggen wat jeugdwerk is, en wat haar meerwaarde is.” Dat is natuurlijk een punt dat nooit volledig bereikt zal worden. En dat is maar goed ook, want jeugdwerk moet zich steeds herpositioneren tegenover een samenleving in verandering. Die nood aan zelfbewustzijn over de rol van jeugdwerk in de samenleving werd ook bevestigd door de eerste inzichten uit het Future of Youth Work onderzoeksproject, die op de conferentie voorgesteld werden.

Enkele persoonlijke highlights?

Wat pikken de deelnemers mee?

“Op het einde van de conferentie drong het tot mij door dat de vier dimensies van erkenning niet los te koppelen zijn van elkaar en dat ze elkaar versterken en stimuleren. Ik denk dat we binnen het Vlaams jeugdwerk een meer integrale aanpak nodig hebben als we aan onze projecten rond erkenning werken. We moeten projectacties bedenken op de vier niveaus en niet ééntje eruit kiezen. Zo zullen we krachtigere boodschappen verspreiden en meer impact hebben.”

“Tijdens een paneldiscussie met Gisèle Evrard (European Academy on Youth Work) en Marko Kovačić (Institute for Social researh, Kroatië) deed ik een oproep om jeugdwerk van binnenuit te versterken om zo het ‘afdwingen’ van erkenning op de meer structurele niveaus te realiseren. Wanneer jeugdwerk vanuit zijn eigen DNA de krachten bundelt en inzet op jeugdwerkontwikkeling, dan wordt er een capaciteit opgebouwd die maatschappelijk gezien kan wegen. Jeugdwerkers zullen dus binnen de community of practice moeten werken aan de eigen kwaliteit om van daaruit op alle niveaus erkenning af te dwingen. En ze mogen dat nadrukkelijker doen dan vandaag het geval is. Jeugdwerk verdient het om in zo’n maatschappelijke en politieke rol gezien te worden.”

“Als jeugdwerker en beleidsmaker in mijn organisatie LEJO genoot ik van de uitwisseling. We hebben in Vlaanderen een sterk jeugdwerkveld. We kunnen andere landen inspireren door onze aanpak en onze diversiteit aan goede praktijken. Ook hoe jeugdwerk structureel verankerd is via het Jeugddecreet wekt interesse. Maar anderen kunnen ons ook blijven inspireren. De gedrevenheid van andere jeugdwerkers die soms in moeilijke omstandigheden blijven strijden voor erkenning op alle dimensies, hoe jeugdwerk in andere landen een structureel deel is van onderwijs, hoe formeel en informeel leren een wezenlijk onderdeel kan zijn in de groei en ontwikkeling van jongeren ...” 

“Mij viel de aandacht voor formele erkenning van de competenties die je verwerft als jongere of vrijwilliger in een jeugdwerkcontext op. Daarbij kan het jeugdwerk zich laten inspireren door de private sector en volwassenonderwijs. Zo werd ik getriggerd door presentaties over de Open Badges ontwikkeld door de Nederlandse Bloom Foundation, de in Duitsland ontwikkelde ProfilPASS, en dé Europese erkenningstool Youthpass, die intussen al ruim 1,6 miljoen keer werd uitgereikt.”

Wat brengt de toekomst?

Lisa: “Er is een AYWA in de maak, de Alliance of Youth Work Associations die in maart 2024 boven de doopvont gehouden zal worden in Brussel. Al minstens 9 landen doen mee, waaronder Italië, Nederland, Noord-Macedonië en Griekenland. Doel: met vereende krachten over grenzen heen naar meer erkenning toewerken. We bekijken of we vanuit Vlaanderen ook mee op de kar kunnen springen.” 

Geert: “We voerden eerste gesprekken met collega’s van de Estonian Association of Youth Workers en de Tallinn University om een samenwerking op te zetten waarin we het door hen aangepaste European Competence Model for Youth Workers willen bekijken en verkennen hoe dat hen toelaat de opleiding van jeugdwerkers vorm te geven. Een studiebezoek moet helpen om de Estse praktijk inspirerend te laten zijn om de opleiding en vorming van jeugdwerkers in Vlaanderen te gaan versterken.”

Binnen het Vlaams jeugdwerk hebben we een meer integrale aanpak nodig als we aan onze projecten rond erkenning werken. Zo zullen we krachtigere boodschappen verspreiden en meer impact hebben.
Lisa van De Ambrassade
Jeugdwerkers moeten binnen de community of practice werken aan de eigen kwaliteit om van daaruit op alle niveaus erkenning af te dwingen. Jeugdwerk verdient het om in zo’n maatschappelijke en politieke rol gezien te worden.
Geert van UCLL

Rilke: “In 2024 is België voor een half jaar Europees voorzitter van de Raad. Jeugdwerk staat stevig op de agenda, met onder meer een European Conference on Local Youth Work & Democracy waar 350 jeugdwerkers, lokale overheden en jongeren zich buigen over het Europese jeugdwerkbeleid. Ongetwijfeld is dit weer een stap vooruit naar meer erkenning.” 

Kernboodschappen over erkenning van jeugdwerk

  • Erkenning en waardering van jeugdwerk omvat verschillende dimensies en die hangen onlosmakelijk samen. 
  • Zichtbaarheid van jeugdwerk vergroten is een belangrijke eerste stap. 
  • Iedereen die betrokken is bij jeugdwerk, speelt een rol. 
  • Erkenning kent geen ‘eindpunt’. 

Tekst: Rilke Mahieu 

Beeld: European Youth Work Agenda

Lees verder