Zoektocht naar de rode draad in opleiding en vorming van jeugdwerkers

Het hoger onderwijs en het jeugdwerk slaan de handen in elkaar om de opleiding en vorming van jeugdwerkers te versterken. De prille samenwerking brengt mensen uit verschillende werelden samen in een informeel netwerk. Het ‘Kernkabinet’, zo noemen ze zichzelf. Vorig jaar trokken ze samen naar Letland: “Het is jammer om te zeggen, maar er is een internationaal congres nodig om de verschillende partijen in Vlaanderen samen te brengen.”  

Wat is het DNA van een jeugdwerker? En wat heeft die nodig om in de sector aan de slag te blijven?

Geert van UCLL & Magaly van Formaat

Alle wegen leiden naar jeugdwerk

Je zet je in als Chiroleider, je engageert je als hoofdleiding en groeit zo door tot een professionele kracht in het jeugdwerk. Of: je interesse in jeugdwerk prikkelt je om een opleiding sociaal-cultureel werk te volgen en daarna in de sector aan de slag te gaan. Er zijn zoveel manieren om jeugdwerker te worden, ieders parcours is uniek.  

“De diversiteit aan opleidingen en vormingen voor jeugdwerkers in Vlaanderen is een kracht”, vertelt Magaly Dezutter, vormingsmedewerker bij Formaat vzw en lid van het Kernkabinet. “Aangezien het jeugdwerk in Vlaanderen zo divers is, zijn verschillende opleidingen ook nodig.” Dat beaamt Geert Boutsen, praktijklector sociaal-cultureel werk aan de UCLL in Leuven. “Het is goed om de diversiteit aan opleidingen te omarmen en te zien als een kracht.” 

Jeugdwerk loopt leeg

Ondanks al die verschillende opleidingskansen, missen jeugdwerkers na een aantal jaren op de teller vaak doorgroeimogelijkheden en verdieping in hun job. Ze botsen op een plafond. Het is een van de redenen dat de uitstroom van jeugdwerkers uit de sector de voorbije jaren toeneemt.

“Veel jeugdwerkers duiken met veel enthousiasme, ambitie en passie in de job”, vertelt Geert. “Ze doen van alles, maar stellen op een bepaald moment vast: ‘Goh, nu heb ik het wel wat gehad. Ga ik in dat jeugdwerk blijven, of ga ik toch iets anders doen?’ Op dat punt moeten we hen kunnen ondersteunen en uitdagen.” 

Afstemming en communicatie tussen de verschillende opleidingen en vormingen is daarom heel belangrijk”, aldus Magaly. “Er is nood aan een rode draad die vertrekt vanuit een beter begrip van wat een jeugdwerker is en moet zijn: wat vormt het DNA van een jeugdwerker? Wat heeft die nodig om in de sector aan de slag te willen blijven? “We moeten meer nadenken over het waarom van de job”, vult Geert aan. “Het gaat er voor mij over dat jeugdwerkers in de toekomst ook beter verstaan wat hun job is.” 

Botsende werelden

Vanuit die gedeelde ambitie slaan het jeugdwerk en het onderwijs de handen in elkaar. Tot nu toe vonden formele opleidingen uit het hoger onderwijs en non-formele opleidingen uit de sector elkaar niet altijd. Het onderwijs blijft een formele sector, waar veranderingen tijd kosten omdat ze verschillende beslissingsniveaus moeten passeren. Het jeugdwerk werkt veel sneller. Kleine vzw’s vertrouwen op hun praktijkervaring en buikgevoel. Dat kan al eens botsen. 

Net daarom is het Kernkabinet zo uniek. Dit informele netwerk brengt mensen uit het onderwijsveld en het jeugdwerk samen. Uiteenlopende partijen die betrokken zijn bij de opleiding en vorming van jeugdwerkers zitten zo voor het eerst regelmatig samen. “JINT ondersteunt die dynamiek op het Vlaamse niveau met een internationaal kader, waarbinnen de samenwerking kan groeien”, vertelt Geert. Ook De Ambrassade ondersteunt dit netwerk. 

Ik hoop dat jeugdwerkers zich over vijf jaar aan de kersttafel niet meer constant hoeft te verantwoorden voor hun job, omdat niemand snapt wat ze aan het doen zijn.
Magaly Dezutter

Zo trok een delegatie van het Kernkabinet eind 2024 dankzij JINT samen naar de Agora Meeting in Jurmala, Letland. Op deze internationale bijeenkomst in het kader van een Europese samenwerking rond de opleiding van jeugdwerkers (zie kader), staken jeugdwerkers uit heel Europa de koppen bijeen om de opleiding en vorming van jeugdwerkers te versterken. “Het is daar dat je met elkaar praat”, zegt Magaly. “Het is misschien een beetje jammer om te zeggen, maar er is een internationaal congres nodig om de verschillende partijen in Vlaanderen samen te brengen.” 

Geert is het daar helemaal mee eens. “Met een groep van actoren uit dat Vlaamse veld een week op stap zijn, daar gebeurt het. Wij hebben daar anders de tijd en ruimte niet voor”, vertelt hij. “Als je een week de tijd hebt, kan je in de diepte gaan. En dan zijn het vooral de gesprekken tussendoor die richting geven, op een wandeling of bij de koffie. Dat is net wat er in Jurmala gebeurde. Daar is richting gegeven aan een aantal zaken. Dat gaat effect hebben voor de komende twee tot drie jaar.” 

Spiegel voor je neus 

Zo moest de groep voor de Agora meeting bijvoorbeeld materiaal samenbrengen rond het profiel van jeugdwerkers in Vlaanderen. “We stelden vast dat er daarrond weinig degelijk uitgewerkt materiaal is”, vertelt Geert. “Dat is eigenlijk behoorlijk confronterend. Wij hebben zoveel jeugdwerkers rondlopen. Maar als je vraagt ’Wat is het profiel van een jeugdwerker?’, dan hebben we geen gemeenschappelijk gedragen kader. Iets waarvan je kan zeggen: als je in Vlaanderen zoekt naar een jeugdwerker, dan zal het dat ongeveer zijn.”

Dat was ook Magaly’s conclusie. “Ik heb in Jurmala geleerd dat het belangrijk is dat wij in Vlaanderen evolueren naar een profiel voor een jeugdwerker. Zodat het ook voor andere sectoren duidelijk is: de job van jeugdwerker bestaat, ze moet erkend worden en ze is belangrijk.” Daar ligt volgens Geert de kracht van internationalisering. “Als Vlaams jeugdwerk hebben we de neiging om te zeggen dat we groot, rijk en divers zijn, en dat we een lange geschiedenis hebben. En dat is absoluut waar. Maar door de spiegel van die internationale context, ga je kritisch nadenken over je eigen realiteit.” 

Je leert dus je zwaktes, maar ook je sterktes kennen. “Wat ik ook heb meegenomen, is dat het niet per se nodig is om een afstudeerrichting jeugdwerk te hebben”, zegt Magaly. “Ik merk door gesprekken te voeren met mensen in Jurmala dat het soms ook een valkuil kan om een bachelor te ‘moeten’ doen om een kwalitatieve jeugdwerker te zijn. We moeten bewaken dat wij als jeugdwerkers de spiegel zijn van de jongeren. Als we gaan richting een profiel waar je per definitie altijd een bachelor voor nodig hebt, werkt dit drempelverhogend voor jongeren die mogelijks de beste jeugdwerker voor de job zouden zijn maar door omstandigheden niet dat bachelordiploma hebben."

Wij hebben zoveel jeugdwerkers rondlopen. Maar als je vraagt ’Wat is het profiel van een jeugdwerker?’, dan hebben we geen gemeenschappelijk gedragen kader.
Geert Boutsen

Vooroordelen  

Terug in België, gaat het Kernkabinet nu samen aan de slag om te onderzoeken wat het dan wél precies betekent om een goede jeugdwerker te zijn in Vlaanderen. Wat is nu dat DNA van een jeugdwerker? Die samenwerking loopt ook veel vlotter nu iedereen elkaar beter heeft leren kennen. Er sneuvelden heel wat veronderstellingen en vooroordelen onderweg.  

“Mijn inzicht is ook stelselmatig gegroeid: er heerst het vooroordeel dat werken met onderwijsinstellingen vaak traag gaat en weinig flexibel is”, lacht Magaly. “Dat was voorheen wel het beeld dat ik had. Ik ben in het verleden al eens gebotst op die trage, niet-flexibele kaders. Nu heb ik gemerkt dat dat niet bij alle mensen uit het onderwijs zo is. Het is niet omdat je één keer een negatieve ervaring hebt gehad, dat dat ineens voor iedereen geldt. Dat heb je met vooroordelen natuurlijk.” 

“De gesprekken daarover en onder mekaar waren behoorlijk intensief en beroerden soms de gemoederen”, weet Geert. “Mensen in de groep die het gevoel hebben dat ze aangekeken worden op een bepaald idee of die met iets zitten in hun job waar ze al lang niet mee weg kunnen. Dat komt dan uiteindelijk in Jurmula op tafel. Door veel met elkaar te babbelen, leer je mekaar gewoon veel beter verstaan. Van binnenuit.” 

Schoonste job

Binnenkort trekt een delegatie van het Kernkabinet opnieuw samen naar het buitenland, naar Estland dit keer. “De Esten hebben een opleiding tot jeugdwerker op de drie niveaus: graduaat, bachelor en master”, vertelt Geert. “Het leek ons interessant om dat model te gaan bestuderen. We doen een aantal werkveldbezoeken waar we jeugdwerkers tegenkomen die die opleidingen hebben gevolgd. En we gaan met de Vlaamse delegatie opnieuw de tijd nemen om met elkaar te discussiëren daarover.” 

Zo hoopt het Kernkabinet de kwaliteit van jeugdwerkopleidingen in de toekomst te versterken. “Willen we als opleiding relevant blijven en mensen afleveren die hun job goed gaan doen? Dan moeten we heel dicht bij dat werkveld blijven. En dan moeten we ons constant voeden met de dingen die daar gebeuren”, besluit Geert. 

Magaly hoopt vooral dat dit project de uitstroom van jeugdwerkers uit de sector vertraagt. “Ik hoop dat jeugdwerkers zich over vijf jaar aan de kersttafel niet meer constant hoeft te verantwoorden voor hun job, omdat niemand snapt wat ze aan het doen zijn. Ik denk dat we daar met deze samenwerking op korte termijn mogelijk verandering in kunnen brengen. Voor mij is dit project ook één grote promotiecampagne voor het jeugdwerk. Want ondanks alle uitdagingen en problemen, blijft het een van de schoonste jobs die je kan doen.”

SNAC EaT

Sinds 2021 is JINT betrokken in een strategisch partnerschap rond de opleiding en training van jeugdwerkers, dat luistert naar de titel SNAC EaT. Ook Estland, Italië, Ierland, Hongarije en Letland en SALTO Training & Cooperation zijn daarin partner. Via Europese samenwerking én kennisuitwisseling, wil dit partnerschap de opleiding van jeugdwerkers versterken door bruggen te bouwen tussen formele en non-formele educatie. 

Lees meer

Studiebezoek

Wil je zelf ook als jeugdwerker inspiratie tanken in het buitenland? Ontdek de mogelijkheden om zelf een studiebezoek op te zetten. 

Lees alle info


Tekst: Sarah Van Genechten & Wietse van Daele 

Beeld: portretfoto’s & Agora meeting door Oskars Briedis 

Dit artikel verscheen in de 13de editie van het SCOOP-magazine.

Lees het volledige magazine