Van pionier tot opvolger: Koen geeft de fakkel door aan Kaat bij JINT

Op 1 april 2025 sloot JINT een bijzonder hoofdstuk af. Koen, die al sinds het prille begin mee het gezicht van de organisatie was, ging met pensioen. Zijn opvolger Kaat liep al een half jaar met hem in tandem. In dit dubbelinterview spitten we het JINT-verleden van Koen uit en dromen we met Kaat over haar plannen en visie voor de toekomst

Andere Agentschappen zeiden me soms: "Wij wilden een JINT creëren in ons eigen land." Dat vind ik een prachtig compliment.

Koen en Kaat

Een warm bad

Kaat, wat was je eerste indruk van JINT? 

Kaat: “Een teamfoto op de website. Iedereen straalde plezier uit. Ik dacht meteen: dit is een plek waar ik wil werken. En dat beeld werd snel bevestigd. Je voelt hier een doorleefde verbondenheid. En die zie je ook terug in hoe we omgaan met het jeugdwerkveld. We ondersteunen projectindieners op een menselijke, warme manier.  Want ja, op papier is het best een ‘droge’ taak – subsidies toekennen, projecten beoordelen, er komt heel wat administratie en IT bij kijken ... Maar JINT slaagt er in mijn ogen in om daar een menselijk gezicht aan te geven.” 

Koen: “Dat voel ik ook zo aan. We zijn géén bureaucratie-in-het-klein die alleen administratief werkt – al doen we dat werk natuurlijk ook. We hebben een jeugdwerkgezicht ontwikkeld, en als ik dat iemand hoor zeggen, dan zie ik dat zeker als een compliment.” 

Kaat: “Wat mensen ook vaak zeggen, is dat ze hier meteen een bepaalde sfeer voelen, een gevoel van vertrouwen. Medewerkers krijgen bij JINT veel vrijheid om projecten creatief in te vullen en zelf ideeën aan te brengen. Die autonomie is echt ingebakken in onze cultuur. En dat werkt – het geeft initiatieven meteen zuurstof.” 

Medewerkers krijgen bij JINT veel vrijheid om projecten creatief in te vullen en zelf ideeën aan te brengen. Die autonomie is echt ingebakken in onze cultuur. En dat werkt – het geeft initiatieven meteen zuurstof.
Kaat

En Koen, wat herinner jij je van je eerste dagen bij JINT? 

Koen: “Ik herinner me … een veel te klein bureau voor drie mensen, dat veel te warm was (lacht). Ik wilde zoveel leren, en internationale samenwerking als methodiek of Europees jeugdbeleid was nog ontgonnen terrein in Vlaanderen, met uitzondering van enkele jeugdorganisaties. Tegelijk was het een inspirerende tijd in Europa. JINT startte in 1989, het jaar van de val van de muur in Berlijn. Europa ging open. Een mooie kans om nieuwe beweging op gang te brengen.  

Europa is belangrijk voor de Europese jeugdprogramma’s, maar die programma’s zijn ook belangrijk voor Europa. Ze verbinden de jongeren met Europa. En JINT maakt die link voelbaar - van het grote Europese verhaal tot op lokaal niveau zoals met Europe Goes Local.” 

Kaat: “Ook vandaag zijn er heel wat uitdagingen in Europa. Het is meer dan ooit belangrijk om te blijven inzetten op verbinding en gedeelde waarden, op een Europa dat vertrekt vanuit mensen. De programma’s zijn een uiterst actueel instrument en bijgevolg JINT ook.” 

Het is meer dan ooit belangrijk om te blijven inzetten op verbinding en gedeelde waarden, op een Europa dat vertrekt vanuit mensen. De programma’s zijn een uiterst actueel instrument en bijgevolg JINT ook.
Kaat

Wat JINT sterk maakt

Wat maakt JINT volgens jullie zo’n unieke organisatie? 

Koen: “Van bij het begin hebben de ‘founding fathers’ van JINT gekozen voor een onafhankelijke vzw-structuur, met ruimte om eigen accenten te leggen. Dat maakt dat we verder kunnen gaan dan enkel dossiers beoordelen. We begeleiden, ondersteunen, faciliteren vormingen en bouwen netwerken. Als ik praat met buitenlandse collega’s merk ik telkens weer hoe bijzonder dat is. Andere Agentschappen zeiden me soms: "Wij wilden een JINT creëren in ons eigen land." Dat vind ik een prachtig compliment. Niet overal is er een sterke jeugdwerktraditie, of een overheid die echt in dialoog gaat met het jeugdwerk.” 

“Wat JINT sterk maakt, is dat we ingebed zitten in een groot Europees netwerk. In elk programmaland is er een Nationaal Agentschap zoals wij. Dat betekent dat je per definitie al een internationaal netwerk hebt – dat je niet eens zelf van nul moet gaan opbouwen. Dat Europees netwerk is goud waard - zowel om van elkaar te leren als om samen initiatieven op te zetten. We organiseren bijvoorbeeld samen staff trainings en bundelen de krachten rond onderzoek – zoals in het RAY-netwerk

Kaat: “De rol van JINT binnen het Europees netwerk van Nationale Agentschappen is best uniek. We werken hecht samen met andere directeurs van NA’s in de coördinatiegroep: samen overleggen, proberen wegen op beleid en beslissingen. En we zijn geen puur uitvoerend agentschap. We proberen telkens weer mee te denken bij elke generatie programma’s: hoe kunnen we het nóg beter doen? Wat vraagt de realiteit vandaag van ons?” 

Koen: “En de sterkte zit hem ook in de lokale verankering. We trekken Vlaamse organisaties mee in internationale strategische samenwerkingen rond mentaal welzijn, lokaal jeugdwerk of digitale competenties.” 

We zijn geen puur uitvoerend agentschap. We proberen telkens weer mee te denken bij elke generatie programma’s: hoe kunnen we het nóg beter doen? Wat vraagt de realiteit vandaag van ons?
Kaat

Kaat: “En in Vlaanderen werken we ook nauw samen met andere intermediaire organisaties, zoals De Ambrassade en Bataljong. We hebben elk onze decretale opdracht, maar vullen elkaar goed aan. We zitten op dat tussenveld tussen jeugdwerk en overheid – en daar is samenwerking essentieel.” 

Koen: (knikt) “Die mix van Europees en lokaal, van visie en praktijk, dat is de kracht van JINT.” 

Waarom het ertoe doet

Waarom zijn internationale kansen zo belangrijk voor jongeren en organisaties?  

Koen: “Voor jongeren opent het de wereld. Internationale ervaringen worden vlot gevonden door jongeren die al sterk staan. Maar het is net extra waardevol voor wie minder vanzelfsprekend toegang heeft tot die ervaringen. Daar maken we het verschil.” 

“En voor organisaties versterkt het hun werking. Internationale samenwerking is ook organisatieontwikkeling. Toch is dat niet altijd vanzelfsprekend.  We sturen elk jaar een honderdtal jeugdwerkers naar het buitenland. Maar hoe wordt die ervaring verankerd? Hoe verandert dat je organisatie, je beleid? Daar zit nog veel groeimarge bij organisaties.” 

Kaat: “Net daarom ontwikkelden we de tool LAND inZICHT. Die helpt organisaties op weg om internationale samenwerking structureel te verankeren in hun werking.”

En Koen, waarop ben je zelf het meeste trots? 

Koen: “Dat we als Nationaal Agentschap vandaag een stem hebben bij de Europese Commissie. Dat was niet altijd zo. Programma’s werden nogal eens top-down uitgerold. Maar stilaan groeide het besef: als je sterke programma’s wilt, moet je ook luisteren naar de mensen die ermee werken. Vandaag bouwt de Europese Commissie samen met onder meer de Nationale Agentschappen aan de programma’s.” 

Als je sterke programma’s wilt, moet je ook luisteren naar de mensen die ermee werken. Vandaag bouwt de Europese Commissie samen met Nationale Agentschappen aan de programma’s.
Koen

En het ging vooruit (ging vooruit) ...

Hoe ziet de missie er van JINT uit in de toekomst? 

Kaat: “We staan op een boeiend kruispunt. JINT werkt volop aan een nieuw beleidsplan. We hebben veel stemmen gehoord, puzzelstukken samengelegd. En nu maken we keuzes. Niet alleen inhoudelijk, maar ook organisatorisch. We zijn met een nieuw managementteam gestart. Dat voelt als een frisse start.” 

“Daarnaast verandert de internationale context. Alles lijkt tegenwoordig onder de noemer ‘skills development’ te vallen. Op zich boeiend, maar het is belangrijk dat het jeugdwerk daarin niet verdwijnt. We hebben lang gevochten voor een eigen plek, en het blijft belangrijk om dat te bewaken. Want net in het jeugdwerk ontwikkelen jongeren ontzettend veel vaardigheden. Ze leren verantwoordelijkheid nemen, assertief zijn, functioneren in groep. Dat zijn niet alleen belangrijke competenties voor de arbeidsmarkt, maar ook voor het leven.” 

Vanaf 1 april ga ik luieren/leiden (schrappen wat niet past)

Koen, je bent klaar om je pensioen in te gaan. Hoe voelt het om nu die fakkel door te geven? 

Koen: “Dat voelt goed, in een natuurlijk ritme. Maar echt luieren zit er voorlopig nog niet in. Mijn agenda tot juni is nog redelijk ingevuld – met uitlopers van lopende projecten, nog een agentschapsvergadering in Polen ... Ik voel sterk dat ik verbonden wil blijven. Het proces rond de vernieuwing van de programma’s bijvoorbeeld wil ik zeker volgen, en ook het reilen en zeilen in het bredere Europese netwerk. En ja, ik wil zeker nog langskomen voor de opening van het vernieuwde gebouw. En de uitstuif natuurlijk!” 

Kaat: “Het voelt nog wat onwezenlijk, eerlijk gezegd. Alles ging zo geleidelijk dankzij de uitgebreide inloopperiode. En plots merk je: ik heb een eerste officiële mail gestuurd met ‘directeur’ in de ondertekening. De ‘inkomend’ is weggehaald. En dan komt het besef. Maar ik heb er ontzettend veel zin in, en ook veel vertrouwen dat het goed komt.” 

“Of dit een droom was? Niet echt. Ik heb het nooit geschuwd, die verantwoordelijkheid, en ik was ook al redelijk jong leidinggevende. Maar ik heb nooit van meet af aan gezegd: ik wil per se directeur worden. Ik geloof meer in een soort ‘go with the flow’ – maar dan wel met open ogen. Bewuste keuzes maken en het pad vormt zich wel onderweg.” 

De gouden raad aan Kaat

Kaat: Ik heb op zo’n korte tijd ongelofelijk veel van hem geleerd. Koen geeft gerichte en opbouwende feedback, en helpt je vooruit door je net genoeg richting te geven, zonder het over te nemen. Koen liet me zien dat het jeugdwerk een job is waar je je hart aan verliest, waar je veel energie en passie in steekt. En tegelijk ook dat het oké is om dingen anders aan te pakken dan je voorganger.  

En wat ik misschien nog het meest bewonder: hij doet dat met een groot relativeringsvermogen en een natuurlijke bescheidenheid. Koen presenteert zich nooit als ‘de man die het allemaal weet’. Hij is een civil servant pur sang: iemand die vertrekt vanuit de overtuiging dat het doel groter is dan jezelf. 

Koen: Wat ik zo sterk vind aan Kaat, is hoe snel ze leert — echt, je merkt dat dingen blijven hangen, dat ze ermee aan de slag gaat. En tegelijk is er daadkracht. Ook als niet alles nog duidelijk is, durft ze knopen door te hakken. Twijfel hoort er altijd bij. Dat is bij mij nooit weggegaan. Maar dat is ook niet erg, dat is ook de schoonheid van het internationale jeugdwerk: het is niet statisch. We moeten blijven experimenteren. En fouten maken hoort daarbij.

Koen, heb je nog goede raad voor Kaat? En voor de jeugdwerksector? 

Koen: “Aan Kaat: Maak haalbare lijstjes. Bepaal zélf je agenda. Laat je niet leven door de waan van de dag. En hou altijd het grotere plaatje in het oog. Waar willen we eigenlijk naartoe?” 

“En aan de sector geef ik graag mee: Spreek. Verenig u. Laat zien waarom je doet wat je doet. En weet dat JINT je zal ondersteunen. Maar het begint bij jullie.” 

Over zo’n 14 jaar bestaat JINT 50 jaar. Wat hopen jullie dat mensen tegen die tijd zeggen over het werk dat jullie hebben gedaan?  

Koen: “Ik hoop dat er over veertien jaar nog steeds een gedreven team in het gebouw in de Grétrystraat werkt! Dat er al die tijd continuïteit geweest is, en dat het vuur nog brandt.” 

Kaat: “Ik hoop dat we dan nog steeds met evenveel goesting jongeren en jeugdwerk ondersteunen. Dat Europa nog altijd een plek is van openheid, uitwisseling en samenwerking. En dat de geest van JINT — het verbinden, het blijven leren, het jeugdwerk een stem geven — nog altijd levendig is. En dat iemand dan zegt: 't was ne goeie opvolger (lacht).” 

Dat is ook de schoonheid van het internationale jeugdwerk: het is niet statisch. We moeten blijven experimenteren.
Koen

Dank jullie wel voor dit gesprek, Koen en Kaat. Koen, bedankt voor je jarenlange inzet voor JINT en voor je legacy, die ons nog elke dag inspireert. We wensen je een fantastisch pensioen toe. Kaat, veel succes met deze nieuwe uitdaging! We kijken uit naar wat de toekomst voor JINT in petto heeft onder jouw leiding. 


Tekst: Emma Van Ooteghem
Beeld: Martin Corlazzoli, Freedom Photography, Sanad Latifa, Spojka Karlin, Emma Van Ooteghem